Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [11]Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. 11. Dit zijn de woorden der Joden, die kort uit Babylonische gevangenschap gekomen waren. Alsof zij zeiden: Wij, die ten tijde de Babylonische gevangenschap met tranen gezaaid hebben, zullen hierna met vreugde maaien, verheugd zijnde vanwege onze verlossing uit Babel.